Lier start met digitale aangifte overlijden 

Vandaag,  1 november,  de dag waarop we onze overledenen herdenken, worden voor het eerst overlijdens volledig digitaal aangegeven. Dit doen artsen en uitvaartondernemers via eLys, het nieuwe platform dat de aangifte van overlijden eenvoudiger, sneller en veiliger maakt. 

Lier  neemt samen met Leuven  het platform als eerste in gebruik. Het is een mijlpaal in de digitalisering van een van de meest gevoelige administratieve processen in Vlaanderen. 

Na Leuven en Lier volgt Antwerpen op 1 december 2025, vanaf 1 januari 2026 wordt eLys verplicht in gebruik genomen voor overlijdens in alle Vlaamse steden en gemeenten. 

eLys is een initiatief van de lokale besturen, de uitvaartsector, de artsen en de Vlaamse en federale overheid. Het platform werd ontwikkeld door Athumi, als datanutsbedrijf dat instaat voor publiek-private datadeling. 

Door deze samenwerking kunnen artsen, uitvaartondernemers, steden en gemeenten voortaan digitaal samenwerken bij een overlijdensaangifte. De arts vult de overlijdensverklaring in via eLys, waarna de gegevens automatisch beschikbaar zijn voor de uitvaartondernemer en de stad. Zo verdwijnen dubbele registraties en wordt het proces sneller, foutloos en transparant. 

Vlaams minister van Digitalisering Diependaele noemt eLys een grote stap vooruit, omdat het de administratieve last bij een overlijden vermindert. „Het digitale systeem maakt de afhandeling dubbel zo snel als vroeger. Zo kunnen nabestaanden sneller alles regelen.” Ook huisartsen en uitvaartondernemers zijn positief, omdat eLys het indienen van overlijdensverklaringen eenvoudiger en efficiënter maakt.

Lier is verheugd dat de stad als pionier aan het project kon deelnemen. “Het is het resultaat van een jarenlang traject,” zegt  Merijn Van Hoof, coördinator kwaliteit en dienstverlening van de stad. “We trekken dit thema al geruime tijd, en dankzij dit project hebben we zelfs een aanpassing in de wetgeving kunnen realiseren. Voor buitenstaanders lijkt het misschien een kleine stap, maar binnen ons vakgebied is dit een mijlpaal.”

Het  project werd mogelijk gemaakt dankzij subsidiëring door Gemeentehuis van de toekomst, een project van Vlaamse Veerkracht, het relancebeleid van de Vlaamse Regering dat gefinancierd werd door de Europese Unie via NextGenerationEU.